1. Voeding
Jouw lichaam heeft elke dag opnieuw een bepaalde hoeveelheid energie nodig om al je vitale functies (bv. ademhaling, bloedsomloop, lichaamstemperatuur, spijsvertering...) vlot te laten verlopen, maar ook om te bewegen. Die energie die haalt je lichaam uit wat je eet.
Steek jij net even veel energie in je lichaam als dat het kan verbranden, dan is jouw energiebalans gelijk (energie in = energie uit) en blijf je in theorie mooi op gewicht. Eet je minder dan verlies je gewicht (energie in < energie uit), eet je meer (energie in > energie uit) dan slaat je lichaam de energie die het niet kan verbranden op in vetmassa.
Dat laatste kan voorkomen wanneer je:
te vaak voorbij je verzadigingsgevoel eet
te vaak eet wanneer je geen honger hebt
te vaak sterk bewerkte, weinig verzadigende & energierijke voeding eet
2. Beweging
Wanneer je beweegt verbruiken je spieren energie. Hoeveel energie ze verbruiken is afhankelijk van de intensiteit van je beweging, hoe frequent je beweegt en hoe lang je beweegmomenten duren.
Bij beweging moet je vooral realistisch zijn met jezelf. Voor de meeste mensen is het niet haalbaar om 5 x per week een uur intensief te sporten. Je kan dus onmogelijk op korte termijn een grote hoeveelheid extra energie verbranden wanneer je 1 à 2 x per week een half uurtje gaat joggen. Ook spiermassa opbouwen vraagt om een doorgedreven en intensieve training.
Beweging kan een invloed hebben op je lichaamsgewicht door:
op langere termijn extra energie te verbranden
op korte termijn een verschil in vocht te veroorzaken (bv. dehydratatie of overhydratatie)
3. Stress
Stress die van korte duur is zoals bij een spannende gebeurtenis waar je even doorheen moet, kan er tijdelijk voor zorgen dat je net minder zin hebt in eten.
Maar stress op lange termijn of ook wel chronische stress genoemd kan helemaal het tegenovergestelde effect hebben op je eetlust, je lichaamsgewicht en andere factoren in je leven:
toegenomen eetlust en drang naar energierijke voeding
toegenomen vetopslag
minder zin om te bewegen
minder weerbaar voor verleidingen
slechter slaappatroon
4. Slaap
Een factor die nog vaak enorm onderschat wordt is slaap. Je nachtrust dient onder andere om je lichaam te laten herstellen van wat het tijdens de dag allemaal heeft meegemaakt. Naast herstel op celniveau zijn er ook heel wat hormoonbalansen die zich weer herstellen.
Een verstoord slaappatroon kan op lange termijn dus een invloed hebben op je gewicht door:
toegenomen drang naar energierijke voeding
toegenomen aanmaak hongerhormoon
afgenomen gevoeligheid voor insuline
minder weerbaar voor verleidingen
minder zin om te bewegen
5. Medicatie
Bepaalde soorten medicatie kunnen een (tijdelijk) effect hebben op je lichaamsgewicht of lichaamssamenstelling. Voorbeelden zijn corticosteroïden, antidepressiva, antipsychotica, lithium, insuline, metformine, anticonceptie, anti-epileptica, bètablokkers, rilatine...
Afhankelijk van het type medicatie kunnen ze het gewicht doen toenemen of afnemen door een verandering te weeg te brengen in één of meerdere van onderstaande factoren:
metabolisme of stofwisseling
hongergevoel
verzadigingsgevoel
dorstgevoel
drang naar zoet & energierijke voeding
vochtopslag
6. Hormonen
Denk maar aan onze geslachtshormonen die het verschil tussen mannen en vrouwen bepalen en waardoor mannen onder andere meer spiermassa hebben en vrouwen van nature wat meer vetmassa.
Rond de menstruatie kunnen vrouwelijke hormonen tijdelijk zorgen voor meer vocht- of vetopslag en bij het wegvallen tijdens de menopauze kunnen ze het metabolisme vertragen en een herverdeling van vet van de heupen naar de buik veroorzaken.
Zoals eerder besproken kunnen ook andere hormonen zoals cortisol (stress), insuline (bloedsuiker), schildklier (metabolisme), ghreline (honger) en leptine (verzadiging) een invloed hebben op je lichaamssamenstelling en je eetgedrag.
Comments