In een eerder bericht schreef ik al over het eetdagboekje waarmee ik werk in de praktijk. Het is niet de klassieke versie die enkel kijkt naar wat je eet, maar het is er eentje die je uitdaagt om vooral ook na te gaan waarom je eet. In dit blogbericht wil ik kort even schetsen waarom ik deze manier van documenteren gebruik in de praktijk.
De vicieuze cirkel van afvallen en aankomen
Je mag nog alle kennis van de wereld hebben over wat je volgens de regels van de voedingsleer wel en niet zou mogen eten. Als je daarnaast niet snapt of inziet waarom je eet – welke gebeurtenissen, gedachten en gevoelens jou aanzetten om te eten (gedrag) – dan blijf je vaak in een vicieuze cirkel hangen van afvallen en weer aankomen.
De vreugde die je voelt wanneer je eindelijk of voor de zoveelste keer dat gewicht weer kwijt bent, kan snel vervangen worden door een gevoel van falen en mislukking wanneer de kilo’s waar je zo hard voor gezwoegd hebt er in geen tijd weer bij zijn. Weer een mislukte actie en in jouw ogen nogmaals de bevestiging dat je niet genoeg karakter of wilskracht hebt en dus niks waard bent.
Wilskracht is beperkt
Maar wat als ik je zeg dat het weinig met wilskracht of karakter te maken heeft? Wilskracht is namelijk beperkt, het kent een einddatum, tot dan volhouden en daarna gedaan. Wilskracht kan je ook vertalen als iets heel graag willen, maar niet mogen van jezelf. Je wil het wel graag eten, maar je mag niet van jezelf, je dieet, je omgeving…
Merk je ook hoe dat frustratie bij je opwekt? Deze frustratie begint zich na verloop van tijd te wreken, of je je er nu bewust van bent of niet. En in plaats van daar lessen uit te leren door je af te vragen waarom jij die frustratie ervaart, waarom de manier waarop je bezig bent dergelijke gevoelens oproept bij je, kijk je naar jezelf en besluit je al snel dat jij degene bent die niet goed bezig is.
Misschien moeten we het deze keer eens over een andere boeg gooien:
Wat als jij nu eens niet het probleem blijkt te zijn?
Welke perspectieven kan dat je bieden denk je?
Comments